Onbenutte kansen rondom mobiliteit maar ook grote risico’s

Onlangs heeft staatssecretaris Van Rij van Financiën - Fiscaliteit en Belastingdienst de Tweede Kamer de kabinetsreactie [1] gestuurd op het rapport Evaluatie onbelaste reiskostenvergoeding. Het rapport, dat van juni 2023 dateert, bevat de bevindingen van onderzoekers naar aanleiding van hun evaluatie van de onbelaste reiskostenvergoeding op doeltreffendheid en doelmatigheid.

Onbelaste reiskostenvergoeding

De staatssecretaris concludeert dat de onbelaste reiskostenvergoeding door de onderzoekers als doeltreffend en waarschijnlijk doelmatig wordt beoordeeld. Op basis van deze conclusies en de overige bevindingen van de onderzoekers, inclusief de beoordeelde toekomstverkenningen, ziet het kabinet op dit moment geen aanleiding om de onbelaste reiskostenvergoeding (2024: € 0,23 per kilometer) aan te passen. Het kabinet lijkt de hoogte van het kilometerbedrag eerst in 2028 opnieuw te willen toetsen.

In tegenstelling tot de bedragen van de vrijwilligersregeling en de thuiswerkvergoeding, is in de Wet op de loonbelasting 1964 niet vastgelegd dat de reiskostenvergoeding jaarlijks wordt geïndexeerd. Is jaarlijkse indexatie van de reiskostenvergoeding überhaupt wel noodzakelijk als we kijken naar het gebruik van het maximaal vrijgestelde bedrag voor reiskilometers in de praktijk?

In de kabinetsreactie op het rapport lezen we onder meer de volgende conclusies:

  • Ongeveer driekwart van de werknemers in Nederland krijgt een reiskostenvergoeding aangeboden door hun werkgever.
  • 15% van de Nederlandse werknemers heeft de mogelijkheid om bruto loon in te ruilen voor een onbelaste reiskostenvergoeding (‘cafetariaregeling’).
  • 60% van de werknemers die een kilometervergoeding ontvangt, ontvangt een vergoeding van € 0,19 per kilometer (het maximale vrijgestelde bedrag ten tijde van het onderzoek) en 14% van tussen de € 0,20 en € 0,30 per kilometer. Meer dan 25% van de werknemers ontvangt dus minder dan onbelast vergoed kan worden.

Wanneer we deze cijfers lezen dan blijken veel werkgevers niet de maximaal vrijgestelde reiskostenvergoeding te verstrekken. Voor hen lijkt het geen noodzaak om het maximaal vrijgestelde bedrag te indexeren. Uit het voorgaande blijkt onder meer ook dat veel werkgevers relatief eenvoudig en zonder extra kosten werknemers een hoger nettoloon kunnen betalen door een (hogere) reiskostenvergoeding te verstrekken. Met het zogenoemd salderen van reiskostenvergoedingen en een cafetariaregeling is dit kostenneutraal, of zelfs met een kostenbesparing, te realiseren. We denken graag mee hoe deze, maar mogelijk ook andere arbeidsvoorwaarden fiscaal kunnen worden geoptimaliseerd.

Auto van de zaak

Tegenover de grote groep van werknemers die een reiskostenvergoeding ontvangt, staan werknemers die de beschikking hebben over een auto van de zaak. Een onderwerp dat standaard op de agenda staat bij een looncontrole van de Belastingdienst, omdat werkgevers vaak ten onrechte stellen dat bedrijfsauto’s niet voor privédoeleinden worden gebruikt dan wel dit niet kunnen aantonen. Doordat binnen de Belastingdienst de uitkomsten van controles steeds vaker worden gedeeld, kan een controle op het gebruik van het wagenpark enorme financiële impact hebben door het potentiële risico van een naheffing loonheffingen en/of btw.

Het risico op een naheffing wordt (mede) veroorzaakt door het feit dat de fiscale wet- en regelgeving rondom de auto van de zaak vele specifieke en vooral strenge (bewijs)regels kent. Zo verschillen de regels voor het bewijs dat geen bijtelling in aanmerking hoeft te worden genomen, tussen die van een personenauto en een bestelauto. Ook kunnen enigszins vergelijkbare situaties verschillende fiscale gevolgen hebben. Daarbij kan een gewijzigde situatie gedurende een korte periode, zoals tijdens de vakantieperiode, vergaande of afwijkende fiscale (beter gezegd, financiële) gevolgen hebben. Denk aan de terbeschikkingstelling van een auto gedurende de vakantieperiode in de volgende situaties:

  • De werknemer heeft enkel tijdens de vakantieperiode een auto ter beschikking.
  • De werknemer huurt tijdens vakantie een auto van de werkgever.
  • De werknemer heeft gedurende de vakantieperiode gelijktijdig twee auto’s ter beschikking.
  • De werknemer krijgt een vervangende auto tijdens de vakantieperiode.
  • De werknemer levert de auto van de zaak in tijdens de vakantieperiode.

Het naheffingsrisico bestaat ook doordat verondersteld wordt dat de werkgever op de hoogte is van de fiscale gevolgen van ontwikkelingen ter zake van mobiliteit. Neem het gebruik van een deelauto. Voor de deelauto geldt dan weer dat staatssecretaris Van Rij in een Kamerbrief van 15 mei 2024 [2] is ingegaan op de vraag wanneer sprake is van terbeschikkingstelling van een deelauto. Door het beantwoorden van deze vraag is de veronderstelling van wetenschap bij de werkgever enigszins gerechtvaardigd. De staatssecretaris heeft trouwens aangegeven dat de vraag van de terbeschikkingstelling van een deelauto in zijn algemeenheid speelt in de situatie dat het initiatief voor het gebruik van een deelauto bij de werkgever ligt. Hier zou bijvoorbeeld sprake van kunnen zijn als:

  1. De werkgever bepaalde voertuigen aanwijst die een werknemer als deelauto mag of kan gebruiken;
  2. De werkgever met reserveringssystemen voor activatie en/of gebruik werkt, bijvoorbeeld door deelautogebruik te organiseren via een mobiliteitskaart of gezamenlijk account.

Afronding

In dit nieuwsbericht hebben wij aangegeven dat de fiscale regels rondom mobiliteit kansen bieden maar ook zeker risico’s kent. Kansen bijvoorbeeld om werknemers een hoger nettoloon te geven zonder extra kosten voor de werkgever. Maar dus ook het risico op een aanzienlijk naheffing loonheffingen en/of btw als de fiscale regels ter zake van de auto van de zaak niet juist worden toegepast.

Gezien de kansen en risico’s rondom mobiliteit nemen wij dit onderwerp mee in de periodieke overleggen. Heeft u vragen of wilt u van gedachten wisselen over mobiliteit of specifieke vormen van mobiliteit, neem dan gerust contact met ons op via [email protected].

 

  1. https://www.rijksoverheid.nl/ministeries/ministerie-van-financien/documenten/kamerstukken/2024/05/15/kabinetsreactie-op-het-rapport-evaluatie-onbelaste-reiskostenvergoeding
  2. https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2024/05/15/kamerbief-inzake-deelauto

 

 

 

 

 

 


deel deze pagina
Naar het overzicht
  • Home
  • Nieuws
  • Onbenutte kansen rondom mobiliteit maar ook grote risico’s