Vandaag is het wetsvoorstel Verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden (VBAR) naar de Raad van State gestuurd. Dat betekent dat het kabinet – na de eerdere internetconsultatie – de wet in het formele traject heeft gebracht en de Raad van State het wetsvoorstel zal beoordelen.
De VBAR is de opvolger van de WDBA en is bedoeld om meer duidelijkheid te geven wanneer wordt gewerkt als werknemer of als zelfstandige. In veel gevallen zijn deze regels helder. Maar bij een deel van de opdrachten is het lastiger te zeggen of er sprake is van een arbeidsovereenkomst of dat het werk uitgevoerd mag worden door een zelfstandige. De wetgever heeft met dit voorstel de rechtspraak op het gebied van werkgeversgezag bij elkaar gebracht en een wettelijk toetsingskader gemaakt.
Naar aanleiding van de internetconsultatie is het toetsingskader aangepast. In het eerste voorstel was uitgewerkt dat er apart gekeken werd naar de criteria ‘werkinhoudelijke instructies’ en ‘organisatorische inbedding’. Dit komt te vervallen en maakt plaats voor criteria die wijzen op ‘werknemerschap’. Daartegenover staan (contra)criteria die wijzen op ‘zelfstandigheid’. Zo is bijvoorbeeld “kernactiviteiten” vervallen als indicatie voor werkgeversgezag. De elementen die wijzen op zelfstandigheid hebben allemaal te maken met zelfstandigheid binnen de context van de opdracht. Ze gaan niet over of iemand zelf ondernemer is. Deze aanpassingen komen tegemoet aan de kritiek en geven naar verwachting meer zwaarte aan het werken als zelfstandige.
Nadat het wetsvoorstel is beoordeeld door de Raad van State zal het wetsvoorstel (al dan niet in aangepaste vorm) aan de Tweede Kamer worden aangeboden. We houden u op de hoogte van relevante ontwikkelingen. Vanzelfsprekend kunt u altijd contact met ons opnemen.